Op 18 januari jl. heeft de Accountantskamer een tuchtrechtelijke klacht tegen een accountant gegrond verklaard, maar geen maatregel opgelegd (ECLI:NL:TACAKN:2021:5). Volgens de Accountantskamer zou een maatregel de betrokken accountant onevenredig zwaar treffen. Een opmerkelijke uitspraak want meestal wegen de persoonlijke omstandigheden niet dusdanig zwaar dat een maatregel achterwege wordt gelaten. Bovendien ging het hier om een tamelijk ernstige zaak waarbij de klacht door het Openbaar Ministerie was ingediend. Volgens het Openbaar Ministerie had deze accountant aanpassingen verricht in een concept-jaarrekening terwijl hij wist dat het concept gebruikt zou worden voor derden. De klant van de accountant is uiteindelijk strafrechtelijk veroordeeld voor het witwassen van ruim 320 miljoen dollar. De accountant heeft in die strafzaak een transactievoorstel geaccepteerd.
Volgens de Accountantskamer heeft de accountant niet integer gehandeld door een concept-jaarrekening te verstrekken waarin een aantal bankstatements niet is verwerkt. Voor de accountant moest duidelijk zijn dat sprake was van een onvoldragen stuk, maar hij heeft desondanks de aanduiding “concept” weggelaten. Tijdens de zitting is uitvoerig uiteengezet welke gevolgen deze zaak al privé en zakelijk heeft gehad en dat is kennelijk in goede genade gevallen bij de Accountantskamer. De schuldbewuste houding van de accountant zal tevens een rol hebben gespeeld. Deze uitspraak heeft hoogstwaarschijnlijk gevolgen voor de beoordeling van persoonlijke omstandigheden in andere zaken. Ik kan mij in ieder geval voorstellen dat vaker een gegrondverklaring van een klacht zonder gevolgen zal blijven.